Onderwijs

14 procent van de Limburgse kleuters heeft extra taalondersteuning nodig

De overgrote meerderheid (86 procent) van de Limburgse kinderen in de 3de kleuterklas is voldoende taalvaardig om straks te starten in de lagere school, maar 11 procent heeft nog extra taalondersteuning nodig en 3 procent zelfs intensieve begeleiding voor Nederlands. Dat blijkt uit de resultaten van de Taalscreening, die dit schooljaar voor de 3de keer georganiseerd werd in elke 3de kleuterklas. 

Dankzij deze screening kunnen kleuters met een taalachterstand nog bijgespijkerd worden vóór ze beginnen aan het 1ste leerjaar, zodat alle kinderen gelijk aan de start komen. Dit jaar konden de scholen voor het eerst gebruik maken van een gratis digitale versie van de Taalscreening – en meteen heeft al de helft van de kleuterscholen dat gedaan. "We willen ervoor zorgen dat alle Limburgse kinderen gelijk aan de start van de lagere school komen", zegt Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts. "Daarvoor hebben ze Nederlands nodig: de sleutel tot alle schoolse kennis, het vak dat alle andere vakken mogelijk maakt. We zien slechtere cijfers in scholen waar veel kinderen een andere thuistaal hebben en dus maken we voor 30 Limburgse scholen extra geld vrij".

Taalachterstand leidt tot schoolachterstand
Kinderen die aan de lagere school beginnen met een taalachterstand hebben niet dezelfde kansen als andere kinderen: vaak lopen ze al snel schoolse achterstand op. Daarom heeft Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts in 2021 een Taalscreening – de zogenaamde KOALA-test – ingevoerd in elke 3de kleuterklas. Wanneer uit de Taalscreening blijkt dat er een taalachterstand is, dan kunnen kinderen nog bijgespijkerd worden vóór ze aan de start van de lagere school komen. Tussen dinsdag 10 oktober en donderdag 30 november 2023 werd de 3de editie van de Taalscreening georganiseerd in elke 3de kleuterklas – dus bij de kinderen geboren in 2018. De Vlaamse Overheid stelde deze editie voor het eerst een gratis digitale versie van de KOALA-test ter beschikking en al meteen heeft ongeveer de helft van de kleuterscholen hier gebruik van gemaakt.

Thuistaal speelt belangrijke rol
86 procent van de Limburgse kinderen in de 3de kleuterklas kwam bij de Taalscreening terecht in de groene zone en demonstreerde daarmee voldoende taalvaardigheid, 11 procent zat in de oranje zone die vraagt om extra taalondersteuning en 3 procent eindigde in de rode zone die signaleert dat er nog intensieve taalbegeleiding nodig is. Het gemiddelde resultaat in de 13 Vlaamse centrumsteden – waaronder Hasselt en Genk – is dat 12 procent nog extra ondersteuning nodig heeft en 4 procent intensieve begeleiding. Ook in Limburgse scholen waar veel leerlingen een andere thuistaal hebben, liggen de cijfers iets hoger voor extra ondersteuning (17 procent) en intensieve begeleiding (4 procent). Dit alles blijkt uit de gegevens die de diensten van Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts verzameld hebben bij een representatieve steekproef van Limburgse kleuterscholen, waar samen 1.178 kinderen de Taalscreening hebben afgelegd. De Limburgse cijfers sluiten goed aan bij het Vlaams gemiddelde (11 procent nood aan extra ondersteuning, 4 procent aan intensieve begeleiding).

Taalachterstand wegwerken
Weyts trekt de nodige middelen uit om taalachterstand tijdig weg te werken. Aan de Taalscreening is ook een extra budget van € 12 miljoen per jaar verbonden waarmee de kleuterscholen bijkomend inzetten op taalondersteuning. Daarbovenop krijgen alle scholen waar de helft van de leerlingen (of nog meer) een andere thuistaal hebben vanaf dit schooljaar € 20 miljoen extra per jaar om in te zetten op meer Nederlands. In Limburg gaat het om 30 scholen die extra middelen krijgen om bijvoorbeeld meer personeel aan te trekken, extra lesuren Nederlands in te richten of bijvoorbeeld samen te werken met begeleidingsdiensten of andere organisaties.

"Ook de ouders moeten tandje bijsteken"
"De scholen in Limburg zetten alle zeilen bij, maar we hebben ook de ouders nodig", zegt Weyts. "We mogen van ouders striktere engagementen verwachten om hun kinderen ook na schooltijd in contact te brengen met Nederlands. Al is het maar de TV op Ketnet zetten, met je kind naar een Vlaamse bibliotheek gaan of inschrijven in een Nederlandstalige sportclub. Zo geef je oneindig veel meer kansen aan je zoon of dochter. Het is ook cruciaal voor de rest van de klas, want als pakweg een kwart van de klas weinig Nederlands begrijpt, is dat nefast voor iedereen”

Volgend schooljaar wordt de Taalscreening opnieuw afgenomen. De digitale versie van de KOALA-test zal verder verbeterd worden op basis van de gebruikersfeedback die nu verzameld werd. Er wordt ook gewerkt aan een adaptieve versie van de KOALA-test, zodat het instrument nog gerichter kan werken.