Gezondheid

12- tot 15-jarigen met onderliggende aandoeningen krijgen coronavaccin

door Margo Ombelets

Vanmorgen besliste de Interministeriële Conferentie (IMC) Volksgezondheid om nu ook aan 12- tot en met 15-jarigen met onderliggende aandoeningen een vaccinatie tegen COVID-19 aan te bieden. Het gaat om tieners die kampen met bepaalde aandoeningen zoals leukemie, chronische nier-of leverziekten, het syndroom van Down, een verstoord immuunsysteem, of om transplantatiepatiënten. Bij besmetting met het virus lopen zij een hoger risico op complicaties met ziekenhuisopname. Deze beslissing is genomen op basis van een recente nota van de Hoge Gezondheidsraad en de Taskforce vaccinatie.

DeTaskforce heeft de operationele aspecten uitgewerkt in nauwe samenwerking met  vertegenwoordigers van artsen en pediaters. Belangrijk is dat enkel een arts (meestal de huisarts of  pediater) zal bepalen of een jongere in aanmerking komt voor een vaccin en dit op basis van zijn of haar medisch dossier. Bovendien vindt er overleg plaats tussen de specialist/pediater, het kind en de ouders. Het is belangrijk dat de betrokken arts het resultaat van dit overleg in het dossier opneemt. De conclusie wordt duidelijk vastgelegd, met inbegrip van de toestemming van de ouders en de jongere.

Pfizer-vaccin
De vaccinatie zelf zal gebeuren in een vaccinatiecentrum en met het Pfizer/BioNTech-vaccin. Enkel dit vaccin kreeg toestemming van het Europees Geneesmiddelenagentschap om toegediend te worden aan deze leeftijdsgroep. De vaccinaties van deze beperkte groep (enkele duizenden) zullen aansluiten op deze van de 16-en 17-jarige risicopatiënten.

Er is nog geen beslissing genomen over de vaccinatie van de andere 12 tot 15-jarigen. Een advies van de Hoge Gezondheidsraad wordt verwacht tegen einde juni.