Gezondheid

Autopsie levert in 83% nieuwe relevante klinische informatie op na COVID-overlijden

door Margo Ombelets

Een minimaal invasieve autopsie (MIA) levert in 83% van de gevallen nieuwe relevante klinische informatie op na een COVID-overlijden. Dat blijkt uit onderzoek van prof. dr. Janneke Cox (Jessa Ziekenhuis Hasselt, Universiteit Hasselt). Vooral het weefselonderzoek blijkt waardevol en kan nieuwe waardevolle informatie aanleveren over de doodsoorzaak. 

Sinds 15 april vraagt het onderzoeksteam van prof. dr. Janneke Cox bij elk COVID-19 overlijden in Jessa de toestemming aan de familie om een minimaal invasieve autopsie te mogen uitvoeren. "70% van de families stemt toe, hetgeen ons toe laat om eerst een CT-scan te nemen en vervolgens biopsies van diverse organen. Dat gaat via de huid. De stalen dienen voor verder microbiologisch en weefselonderzoek. Het lichaam wordt dus niet geopend," legt Prof. dr. Janneke Cox uit.

18 lichamen
Intussen zijn de resultaten van de eerste 18 lichamen onderzocht. Het blijkt dat de minimaal invasieve autopsie bij 83% van de patiënten nieuwe relevante klinische informatie oplevert die dus verschilt van de bevindingen tijdens het leven. Zo werden 10 klinisch relevante aandoeningen opgespoord door MIA, onder andere hartfalen (4x) en bacteriële longontsteking (1x). Bij 28% wijzigde het onderzoek de doodsoorzaak zelfs. Zo werd bijv. de diagnose 'ernstige COVID-19 longontsteking' bij 2 patiënten verworpen nadat bij MIA hiervoor geen aanwijzingen gevonden werden.

"Regelmatig zijn er multidisciplinaire besprekingen waarin we de ziektegeschiedenis en alle resultaten van de post-mortem onderzoeken doornemen. Hierin spelen de clinici, maar zeker ook de pathologen, microbiologen en radiologen van Jessa een belangrijke rol. Voor studies naar de immunologische respons is er samenwerking met onderzoekers van UZ Antwerpen, UZ Gent en BIOMED (UHasselt)," vertelt prof. dr. Janneke Cox.

Weefsel is meest belangrijke informatiebron
De onderzoekers bepaalden bij iedere patiënt welk onderdeel van de MIA, namelijk de radiologie, de pathologie, de microbiologie of de herbeoordeling van het klinisch dossier de meest belangrijkste informatie verschafte. In 56% van de gevallen bleek dat het onderzoek van de weefsels te zijn.

"Deze cijfers tonen dat het zinvol is om een MIA uit te voeren bij COVID-19-patiënten," zegt prof. dr. Cox. "Zelfs in de hoogtechnologische setting van ons land, waar we uitgebreide diagnostische middelen ter beschikking hebben. MIA levert zodoende belangrijke klinische inzichten aan rond de COVID-19pandemie."

Het onderzoek loopt nog voort. Intussen zijn 34 overleden patiënten geïncludeerd. Met de uiteindelijke resultaten hopen de onderzoekers een bijdrage te leveren voor nieuwe aangrijpingspunten in de behandeling van coronapatiënten.