Nieuws

Uitbater Versuz: "Jojo maatregelen van overheid zullen doodsteek zijn voor sector”

Amper acht weken na de heropening moeten de discotheken en dancings alweer de deuren sluiten. Dit aan de vooravond van de drukste periode van het jaar. Een beslissing waar zaakvoerder Yves Smolders van discotheek Versuz enig begrip voor kan opbrengen, maar die tegelijkertijd heel wat vragen oproept.

“Uiteraard hebben ook wij er alle belang bij dat de huidige coronagolf zo snel mogelijk de kop wordt ingedrukt. Tegelijkertijd merk ik dat discotheken en clubs opnieuw de enigen zijn in de hele maatschappij die verplicht volledig gesloten worden”, aldus Smolders. “De laatste weken moeten wij zowat de veiligste omgeving in het land zijn geweest. Bovenop de verplichte CST en bijhorende ID-controle, ondergingen alle bezoekers een sneltest aan de ingang. In amper 24 uren zijn we erin geslaagd een volledig testcentrum uit te bouwen en dit conform alle opgelegde regels.”

Voor Versuz betekende dit een opschaling van medewerkers en werkmiddelen. 21 extra personeelsleden, waarvan vijf verpleegkundigen, werden aangesteld voor het afnemen van de tests en de discotheek liet voor 70.000 euro aan zelftests leveren. “Voor deze investeringen werd er geen beroep gedaan op expertise, middelen of steun van de overheid”, klinkt het.

Langetermijnvisie

Smolders dringt erop aan dat er onmiddellijk werk wordt gemaakt van een visie en plan van aanpak voor het nachtleven op midden-en lange termijn. “Het jojo effect van openen en sluiten is voor niemand houdbaar en zal uiteindelijk de doodsteek betekenen voor de sector. Ik pleit voor het oprichten van een werkgroep waarbij we samen met virologen en andere specialisten rond de tafel zitten om een strategie uit te werken, die ons toelaat om snel opnieuw open te gaan en te blijven."

Volgens Smolders moet er een plan komen om vast personeel gemotiveerd en aan boord te houden tijdens de sluiting. “We hebben 21 fulltime medewerkers die opnieuw voor heel wat weken op non-actief worden gezet. Het zou een drama zijn mochten zij op zoek gaan naar een nieuwe uitdaging en de organisatie verlaten. Net zoals in de hele horecasector, is het ook voor ons zeer moeilijk om personeel te vinden. In plaats van hen thuis te laten, pleit ik ervoor om hen voor minstens 4/5e achter de schermen aan de slag te houden. Waarom laten we hen geen opleidingen en vormingen geven aan mensen die interesse hebben om in de horeca te stappen? Zo blijven ze professioneel actief en kunnen ze helpen de toekomst van de sector voor te bereiden. We beseffen dat dit meer werk en organisatie van de overheid vraagt, maar ook dit past in een visie en plan op lange termijn.”

Lappendeken aan steunmaatregelen

Smolders klaagt ook het ‘lappendeken’ aan steunmaatregelen voor de sector aan. Maatregelen die verspreid waren over verschillende overheidsinstanties en die niet het volledige verlies wisten goed te maken. “Een club als Versuz heeft 18 maanden lang zijn reserves moet aanspreken om de verplichte sluiting te overleven. Met amper acht weken heropening en zware investeringen zijn de reserves nu volledig uitgeput. Een verplichte sluiting kan dus alleen nog wanneer de overheid het verlies voor 100% compenseert. Dit is een noodzakelijke geste voor een kleine sector die het hardst wordt aangepakt. Het is niet normaal dat je al bijna twee jaar verplicht moet sluiten, je noodgedwongen niks meer kan ondernemen én je bijgevolg niks meer kan verdienen. Je mag hoogstens ‘overleven’. Geen enkele sector heeft het zo hard te verduren gekregen in deze crisis”, besluit Smolders.