Uit een evaluatie van de opkomstplicht in opdracht van Vlaams minister van Binnenland Hilde Crevits blijkt dat vooral jongeren en kortgeschoolden minder deelnemen aan de verkiezingen. Ook het sociaal weefsel in een gemeente en de interesse in politiek spelen een rol. Er zijn verschillende redenen waarom mensen al dan niet gaan stemmen. De belangrijkste reden is niet van principiële, maar eerder van praktische aard namelijk “onmogelijkheid” wegens ziekte, vakantie of andere geplande activiteiten. Daarnaast spelen ook politieke beweegredenen en een gebrek aan kennis die burgers ervaren mee. En overheidscampagnes blijken weinig effect te hebben om mensen te overtuigen.
Sinds de vorige gemeente- en provincieraadsverkiezingen is het voor kiezers wettelijk niet langer verplicht om hun stem te gaan uitbrengen bij de lokale verkiezingen. In opdracht van minister Crevits werd een evaluatierapport opgemaakt dat meer inzicht biedt in de afschaffing van de opkomstplicht bij de lokale en provinciale verkiezingen van 13 oktober 2024. De impact van de maatregel, de motivatie en het gedrag van kiezers werden onderzocht.
Meer dan 3,1 miljoen mensen of 63,5 procent van de stemgerechtigden in Vlaanderen brachten op 13 oktober een stem uit. Met het verdwijnen van de opkomstplicht in Vlaanderen was de deelnamegraad 29 procent lager. Dat is vergelijkbaar met Nederland toen de opkomstplicht daar verdween in 1970. Sindsdien nam de opkomst in Nederland gestaag af tot de helft van de kiezers bij de meest recente lokale verkiezingen in 2022.
Groot verschil tussen gemeenten
De opkomstcijfers lopen sterk uiteen tussen de gemeenten in Vlaanderen. De helft van de gemeenten kent een opkomst tussen de 62 en 68 procent. De deelnamegraad in Limburg was het hoogst in Voeren (78.7 procent).
Een analyse toont dat de deelnamegraad aan de gemeenteraadsverkiezingen het grootste is in die gemeenten waar een groter aandeel van de bevolking hoger opgeleid is en een groter inkomen heeft. De opkomst ligt ook hoger in gemeenten waar de sociale cohesie groter is. Omgekeerd is de deelnamegraad lager in stedelijke omgevingen waar het inwonersaantal en de dichtheid het grootst zijn. In stedelijke omgevingen is de diversiteit ook groter. De opkomst blijkt dan ook lager in die gemeenten waar er meer mensen met een buitenlandse afkomst wonen en er een groter aanbod aan politieke keuze is. In kleinere plattelandsgemeenten vormt het feit dat de bewoners meestal een kandidaat kennen een motivatie om wel te gaan stemmen.
Leeftijd bepaalt mee of mensen gaan stemmen. De participatie van 65-plussers is 86%, de participatie van de 18 tot 24-jarigen is slechts 55%. Ook de manier waarop gestemd werd geëvalueerd. De deelnamegraad in gemeenten waar gestemd wordt met potlood en papier is iets groter, dan in gemeenten waar mensen hun stem digitaal uitbrengen. Gemiddeld is de opkomst bijna 64 procent waar digitaal gestemd werd en 67 procent waar op papier gestemd werd.
Gedrag en motivatie kiezers
Het rapport bestaat ook uit een studie naar de beslissing van kiezers om al dan niet deel te nemen aan de lokale verkiezingen van 13 oktober, uitgevoerd door de Universiteit Gent. Uit de bevraging bij 1.415 personen in Vlaanderen blijkt dat er zeer uiteenlopende redenen zijn waarom mensen al dan niet gaan stemmen.
Houding tegenover opkomstplicht
De opkomstplicht telt voor- en tegenstanders – ook in de bevolking, zo toont de studie van de Universiteit Gent. De kiezers zijn sterk verdeeld over het verplichte karakter van deelname aan de (lokale) verkiezingen. 34 procent is het (helemaal) eens dat stemmen niet verplicht is. 46 procent is het daar (helemaal) niet mee eens en meent dat stemmen wel verplicht moet zijn. Bijna 20 procent weet het niet.
Zowel in alle partijen zijn er grote aantallen voor- en tegenstanders te vinden van de opkomstplicht. Oudere leeftijdsgroepen zijn meer van mening dat stemmen niet verplicht moet zijn dan jongere leeftijdsgroepen. Meer dan kortgeschoolden zijn hogeropgeleiden het eens dat stemmen niet verplicht moet zijn. Toch zijn het net vooral de kortgeschoolden en jongeren die minder vaak gingen stemmen met het verdwijnen van de stemplicht.
Communicatiecampagnes weinig effectief
Op vraag van minister Crevits besteedt het evaluatierapport aandacht aan de communicatie-initiatieven die werden opgezet door de overheid om burgers bewust te maken van hun stemrecht. Enerzijds werd vorige legislatuur een brede mediacampagne gevoerd die de nadruk legt op de waarde van stemmen in een democratie. Anderzijds werden aanvullende initiatieven uitgerold, gericht op specifieke doelgroepen (waaronder jongeren, mensen in armoede, mensen met een handicap en niet-Belgen).
Het rapport stelt dat mensen weinig invloed toeschrijven aan campagnes vanuit de overheid. 56 procent van de bevraagde burgers in de studie geeft aan dat die beslissing helemaal niet beïnvloed werd door eventuele campagnes van de Vlaamse overheid of het gemeentebestuur. Het zijn vooral persoonlijke contacten die aansporen om al dan niet te gaan stemmen.
Toevoegen aan startscherm
Deze website heeft een app. Voeg deze toe aan je startscherm om hem te installeren.
1) Druk op de deelknop
2) Druk op 'Zet op beginscherm'
Wij gebruiken dus enerzijds onze eigen cookies en anderzijds cookies van zorgvuldig geselecteerde partners met wie we samenwerken.
Kijk dan in onze uitgebreide Cookieverklaring en ons Privacybeleid .