Militairen moeten niet werken tot 67 jaar
Militairen zullen in de toekomst niet tot 67 jaar moeten werken alvorens ze met pensioen mogen gaan. Dat heeft minister van Defensie Theo Francken (N-VA) woensdag benadrukt in de Kamer. Voor veel militairen zal de pensioenleeftijd de facto rond 60 jaar liggen.
Minister Francken kreeg in de bevoegde commissie een reeks vragen voorgeschoteld over het sociaal akkoord met de legervakbonden van 25 juli. Voorlopig is die tekst enkel ondertekend door de grootste militaire vakbond ACMP-CGPM.
Onderhandelingen over pensioenen
De overige drie bonden vroegen eerst tijd om hun achterban te consulteren. Midden oktober zitten Francken en de Chef Defensie opnieuw rond de tafel met de syndicale organisaties. Dan moeten de drie andere vakbonden "hun kaarten op tafel gooien" en al dan niet akkoord gaan met het protocolakkoord.
Het staat volgens de minister niet helemaal vast dat de bonden hun fiat zullen geven. Dat zal ook afhangen van de onderhandelingen over hun pensioen die aan de gang zijn en "in de laatste fase" zijn beland. "Dat ligt niet in mijn handen", aldus Francken.
Pensioen rond 60 jaar
Wel maakte de minister duidelijk dat militairen voortaan niet tot 67 jaar zullen moeten werken vooraleer ze met pensioen kunnen. "Militairen zullen geen 11 jaar langer moeten werken", onderstreepte hij. Het zal langer zijn dan 56 jaar - "dat is maatschappelijk verantwoord" - maar de facto rond de 60 jaar uitkomen.
Francken gaf ook aan dat hij over de nodige middelen zal beschikken om de sociale maatregelen te betalen, en dat binnen het kader van de 2 procent van het bbp die aan Defensie moet worden besteed.