Schachtbokken van C-Mine in Genk krijgen grondige opknapbeurt
Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Ben Weyts investeert € 3 miljoen in de restauratie van de iconische schachtbokken van C-mine in Genk. Dat maakte de minister bekend tijdens een bezoek aan de voormalige mijnsite. Weyts beklom daarbij zelf de 71 meter hoge schachtbok om symbolisch het startschot te geven van de werken.
Roest
De stalen torens, respectievelijk 45 en 71 meter hoog, vormen een van de meest herkenbare landmarks van Genk en een tastbare herinnering aan het Limburgse mijnverleden. Maar meer dan honderd jaar na de start van de mijnactiviteit kampen de constructies met ernstige roestvorming. Loslatende verflagen en beschadigde onderdelen maken restauratie dringend noodzakelijk: grote fragmenten dreigen zelfs naar beneden te vallen.
Volgens Weyts is het dan ook essentieel om dit erfgoed te bewaren. “Je kan het verhaal van Vlaanderen niet vertellen zonder het te hebben over de mijnen in Limburg”, zegt de minister. “Als we de verhalen van vele Limburgers en gastarbeiders willen blijven vertellen aan onze kinderen en kleinkinderen, dan moeten we deze schachtbokken absoluut koesteren. We investeren stevig zodat dit monument niet teloorgaat”.
Koesteren
Burgemeester Wim Dries benadrukt ook de emotionele waarde van het monument: “De mijnschachten zijn de blikvangers van C-mine. Erfgoed dat trots de lucht in reikt. Het zijn niet alleen indrukwekkende structuren, maar ook symbolen van de kracht en het doorzettingsvermogen van de mijnwerkers, zij die Genk meegemaakt hebben tot wat het nu is. We zullen dat verleden altijd blijven koesteren en in ere houden.”
De volledige staalconstructie zal worden aangepakt. Oude verflagen worden volledig verwijderd, waarna de torens een nieuwe behandeling en verflaag krijgen. Tegelijk wordt de structuur geïnspecteerd, worden verbindingen hersteld en worden beschadigde onderdelen vervangen. Ook de toegankelijkheid wordt verbeterd om toekomstig onderhoud eenvoudiger te maken.
De totale kostprijs van de werken bedraagt € 5,17 miljoen. Vlaanderen neemt via het Agentschap Onroerend Erfgoed 58 procent van dat bedrag voor zijn rekening; de Stad Genk betaalt de rest. Na de restauratie zullen bezoekers opnieuw zelf de hoge schachtbok kunnen beklimmen tijdens de C-mine Expeditie.
850 meter diep
Het belang van de schachtbokken reikt verder dan hun imposante aanblik. In 1914 werd in Winterslag de eerste Limburgse steenkool bovengehaald, een sleutelmoment in de ontwikkeling van de provincie en heel Vlaanderen. De schachtbokken – met schachten tot 6 meter diameter, originele gietijzeren bekuiping en vier kabelschijven onder het karakteristieke metalen tentdak – herinneren aan de tijd waarin mijnwerkers dagelijks tot 850 meter diep afdaalden.
“De mijnen zijn onlosmakelijk verbonden met Limburg, en Limburg met de mijnen”, zegt Ben Weyts. “Ze hebben niet alleen het landschap, maar ook het leven van duizende Limburgse gezinnen bepaald. Dat verleden moeten we koesteren én bewaren voor toekomstige generaties. Daarom investeren we nu in het icoon van de Limburgse mijnengeschiedenis: de schachtbokken van Winterslag”.
Ook lokaal bestuur reageert tevreden. “We willen ons erfgoed koesteren, daarom hoog tijd om deze Genkse iconen in ere te herstellen”, zegt schepen van Openbare Werken Karel Kriekemans. “We zijn dan ook erg blij met deze investering van het Agentschap Onroerend Erfgoed. Zo kunnen we het samen mogelijk maken om deze werken uit te voeren”