Waarom zien onze politieagenten er allemaal anders uit?
Als Belgische politietroepen de orde moeten handhaven bij betogingen of andere conflicten is hun uitrusting problematisch. Het is een chaos van uiteenlopende kledingstukken, schilden, wapenstokken en maskers, waardoor de bescherming tekortschiet.
Dat blijkt uit een rapport van het Comité P. In zijn rapport besluit het Comité P dat de ordehandhavingskledij over heel het land een zootje is. "Zelfs bepaalde grote politiekorpsen die geregeld risicovolle gebeurtenissen moeten beheren, hebben onvoldoende beschermingsstukken van elk type om het politiepersoneel mee uit te rusten", is de conclusie. Het is vaak pas wanneer de troepen al op het strijdtoneel staan, dat ze de tekortkomingen merken. De concrete wantoestanden die het comité vaststelde tijdens zijn onderzoek, spreken boekdelen. Gasmaskers en antitraangasbrillen zijn amper beschikbaar. En als er al maskers zijn, dan zijn het er van verschillende types, wat dan weer problematisch is als agenten hun maskers moeten uitwisselen. Sommige politiezones weigeren ook ronduit om hun personeel uit te rusten met schilden, stelt het Comité P nog vast. Anderzijds hebben nogal wat korpsen dan weer te veel lange wapenstokken aangekocht, waardoor ze geen korte, onbuigzame wapenstokken hebben, hoewel ook die nodig zijn. Om nog te zwijgen over de wirwar van gewone kledingstukken, die het Comité P evenzeer heeft vastgesteld. "De politiezones kopen eigenlijk een beetje wat ze willen of wat budgettair haalbaar is", luidt het.
