Nieuws

Grote populatie bedreigde zadelsprinkhanen ontdekt op mijnterril Zwartberg

Vrijwilligers van Natuurpunt, Likona en Limburgs Landschap hebben in natuurgebied de Zwarte Berg, de voormalige mijnterril van Zwartberg een grote populatie ontdekt van de Zadelsprinkhaan. Goed nieuws, want de sprinkhaansoort ging de afgelopen jaren sterk achteruit en komt momenteel nog maar op een handvol plaatsen in Vlaanderen voor.

Dit voorjaar al ontdekten vrijwilligers van de drie natuurverenigingen een jonge Zadelsprinkhaan, vlak bij de mijnterril van Zwartberg. Om in te schatten hoe groot de nieuwe populatie was, moesten de ontdekkers nog even geduld oefenen. De Zadelsprinkhaan is namelijk het best te tellen in de periode rond eind augustus. Er werden meer dan 70 tsjirpende mannetjes geteld. Daarmee komt natuurgebied de Zwarte berg meteen in de top drie van grootste populaties van de zadelsprinkhaan. Een serieuze boost voor de hele Vlaamse populatie dus.

Bedreigd
In de Vlaamse Rode lijst die eerder dit jaar verscheen, kreeg de Zadelsprinkhaan de status bedreigd. Er is inderdaad reden tot bezorgdheid: de soort telt nog maar een handvol populaties in het midden van Oost-Limburg. Ook de populatiegrootte gaat zorgwekkend achteruit: het voorbije decennium kwam die achteruitgang nog in een stroomversnelling terecht. De Zadelsprinkhaan is altijd al een ‘typisch Limburgse soort’ geweest. Ze is nooit in een andere Belgische provincie vastgesteld en was ook binnen deze provincie beperkt tot ‘Midden-Limburg’.

Het beestje komt voor op warme, droge terreinen zoals heides met afwisseling van open, lage kruidachtige vegetatie en voldoende hoger opgaande structuur met opslag van brem, braam, jonge loofbomen of jeneverbes. De toenemende verbossing van de heideterreinen heeft gemaakt dat de soort binnen haar historisch verspreidingsgebied de voorbije decennia sterk is afgenomen in verspreiding én in aantallen.

Herkenning
De Zadelsprinkhaan is meestal groen en kan een lichaamslengte tot 4 cm bereiken. Hij heeft lange antennes en een zeer kenmerkend 'zadelvormig' halsschild. Met zijn ietwat plompe lichaamsbouw en sterk gereduceerde vleugels is hij niet in staat om te vliegen of te springen, waarmee het een ietwat atypische sprinkhaan is uit de familie van de Sabelsprinkhanen. De vrouwtjes hebben een opvallende legboor, waarmee ze eieren afzetten. Het vinden van een mannetje is evenwel een stuk makkelijker: je kan hen herkennen aan hun scherpe ‘zang’, die ze produceren door hun raspader op de onderkant van hun voorvleugel langs de andere voorvleugel te strijken.