Slachtoffers van recente elf natuurrampen, waaronder de pinksterstorm van vorig jaar, kunnen nog tot eind september een dossier indienen bij het rampenfonds. Nu al zijn er ruim 7.000 dossiers binnen, en het rampenfonds verwacht dat dat de komende anderhalve week nog zal verdubbelen.

De federale ministerraad erkende begin april tien natuurrampen, waaronder de zware hagelstorm op 7, 8 en 9 juni 2014, ook wel de pinksterstorm genoemd. Door de zesde staatshervorming is de federale regering sinds 1 juli 2014 niet langer bevoegd voor de erkenning van natuurrampen, maar de elf rampen waarvan sprake dateerden nog van voor die datum. De meeste dossiers werden ingediend in Oost-Vlaanderen (3.200), gevolgd door Antwerpen (2.000), Vlaams-Brabant (1.000) en West-Vlaanderen (900). In de provincie Limburg zijn er voor deze periode geen rampen erkend. Gouverneur Jan Briers van Oost-Vlaanderen, de provincie met de meeste schadegevallen tot nu toe, had eigenlijk verwacht dat er veel meer dossiers zouden binnenkomen. "Alleen al voor de hagelstorm zijn er 30.000 meldingen van schade geweest. Normaal gezien betekent dat 10.000 dossiers. We verwachten toch dat we aan 4.500 dossiers zullen geraken." Een aantal dossiers blijft ook nog achter omdat een heel aantal gemeenten de inwoners helpt om het lijvige dossier in te vullen. Briers raadt mensen aan het alsnog te doen.