Economie

Woonzorgcentrum op één jaar tijd pak duurder geworden

Een verblijf in een woonzorgcentrum in Limburg is op één jaar tijd 4,5 procent duurder geworden. Dat blijkt uit een rondvraag van agentschap Zorg en Gezondheid. Tussen 1 mei 2021 en 1 mei 2022 steeg de gemiddelde dagprijs in de Vlaamse woonzorgcentra van 60,80 euro naar 63,79 euro. Die stijging is hoger dan bij een vorige meting, maar nog minder dan de stijging van de algemene levensduurte in die periode. Logisch, want een stijging van de levensduurte zet zich altijd met vertraging door in de dagprijzen.

In totaal werden 825 woonzorgcentra met samen 83.577 woongelegenheden opgenomen in deze dagprijsmeting. De dagprijzen in deze voorzieningen stegen meer dan in de voorgaande periode 2020-2021, toen de dagprijsstijging nog beperkt was tot 1,23%, ten opzichte van een inflatie van 1,46%. Maar de dagprijsstijging in 2022 is met +4,9% een stuk minder hoog dan de stijging van de levensduurte in diezelfde periode (+8,97%).

Joris Moonens, woordvoerder van Zorg en Gezondheid, legt uit hoe dat komt: "De procedure om de dagprijs te indexeren, houdt in dat een woonzorgcentrum de prijzen met enige vertraging kan aanpassen aan de stijging van de levensduurte in een voorbije periode. Het effect van de indexaties in de dagprijzen op 1 mei 2022 is door de hogere inflatie logischerwijs al hoger dan in 2021. We mogen er ons dus wel aan verwachten dat de dagprijzen nog verder aangepast gaan worden aan de stijgende levensduurte."

Stijgende levensduurte laat dagprijzen verder stijgen
Indexeringen zijn dan ook de belangrijkste verklaring voor de stijging van de dagprijs. Tijdens de vorige meetperiode waren er nog minder indexaties dan anders, wellicht een effect van de COVID-pandemie. Met de inflatie die eind 2021 en vooral begin 2022 sterk is toegenomen, blijken heel wat woonzorgcentra een inhaalbeweging te hebben ingezet: 751 woonzorgcentra van de 825 indexeerden minstens één keer hun dagprijs. Dat is 50% meer dan bij de vorige meting. 139 van die 751 woonzorgcentra indexeerden hun dagprijs tijdens de meetperiode nog een tweede keer. Sinds 1 maart 2022 kunnen woonzorgcentra immers om de 6 maanden hun dagprijzen indexeren om niet in de problemen te komen door de hoge inflatie.

Deze aanvragen tot indexatie worden voorgelegd aan Zorg en Gezondheid. Gelet op de uitzonderlijk hoge inflatie en de mogelijkheid die werd geboden om op 2 momenten per jaar de dagprijs te indexeren, kan Zorg en gezondheid nu ook al een overzicht geven van de aangevraagde indexaties na mei 2022 (zie website). Joris Moonens: "Sinds ons meetpunt op 1 mei 2022 en eind vorig jaar zien we dat al 651 woonzorgcentra één verdere indexering hebben toegepast. 36 woonzorgcentra indexeerden al tweemaal. Die indexaties na onze meting gaan gemiddeld om een dagprijsverhoging van 5,9%, wat ongeveer gelijke tred houdt met de stijging van de levensduurte (CPI) van 5,5% in dezelfde periode. We zien ook woonzorgcentra die al sinds 2019 niet meer geïndexeerd hadden en nu een inhaalbeweging maken."

Stijgende loon-, en energiekosten
De indexaties zijn voor woonzorgcentra noodzakelijk om de stijgende loonkosten, energiekosten, kosten van dienstverleners en andere kosten op te vangen. Dagprijzen zijn uiteraard niet de enige bron van inkomsten voor een woonzorgcentrum. Zij ontvangen via Zorg en Gezondheid ook verschillende vergoedingen voor hun zorg- en dienstverlening. Die tegemoetkomingen worden allemaal aangepast aan de stijgende levensduurte, en wel telkens in de maand volgend op een overschrijding van de spilindex. Zo betaalt Vlaanderen bijvoorbeeld voor elke dag dat een bewoner in een woonzorgcentrum verblijft, een basistegemoetkoming voor zorg aan het woonzorgcentrum.