Nieuws

Resultaten Vogeltelweekend: Limburgse tuinen zijn meest vogelrijk in het hele land

In de provincie Limburg werden tijdens Het Grote Vogeltelweekend door 4.202 tellers in 2.758 tuinen 91.406 vogels geteld. Met per tuin gemiddeld 26 vogels van 8 verschillende soorten blijven de Limburgse tuinen de meest vogelrijke in Vlaanderen. De huismus, de koolmees en de pimpelmees bepalen hier net als de vorige twee jaar de top 3. De merel wist terug 2 plaatsen op te halen en scoorde een 6de plaats. De Turkse tortel zakte weg van de 6de naar de 8ste plaats, maar opmerkelijker is dat ook de houtduif hier 2 plaatsen verloor.

Top 10 provincie Limburg (tussen haakjes de ranking van 2023):

  1. Huismus (1)
  2. Koolmees (2)
  3. Pimpelmees (3)
  4. Vink (4)
  5. Kauw (7)
  6. Merel (8)
  7. Houtduif (5)
  8. Turkse tortel (6)
  9. Ekster (10)
  10. Spreeuw (-)

Nationale cijfers
Tijdens de 21ste editie van Het Grote Vogelweekend van Natuurpunt telden, volgens de voorlopige cijfers, 46.164 enthousiaste deelnemers verspreid over Vlaanderen hun tuinvogels. Er werden 724.776 vogels geteld in 32.855 tuinen. Gemiddeld zagen de vogeltellers 22 vogels van 7 soorten per tuin, dat is iets minder dan vorig jaar. De nationale top 3 is: huismus, koolmees en kauw.

Vorig jaar stond de vink nog op de derde plaats en die zakt nu weg naar de zesde plaats. "Niet echt verrassend", volgens Gerald Driessens, vogelexpert van Natuurpunt, "want grote groepen vinken ontbreken nu, ze kunnen dus niet opboksen tegen de soorten die wel in groep onze tuinen bezochten. Voor de kauw was het geleden van 2020 dat ze nog de top 3 haalde."

Rankning verschillende vogels

De huismus, niet toevallig de Vogel van het Jaar 2024 was alweer de meest getelde vogel tijdens het vogeltelweekend. In ongeveer de helft van de getelde tuinen werden huismussen opgemerkt. "We kunnen maar blij zijn dat deze soort jaar op jaar die status weet te behouden maar we moeten dit toch relativeren: hun broedpopulatie is in Vlaanderen sinds 2007 met 42% gedaald. Het verdwijnen van nestgelegenheid en voedselplaatsen is hiervan de belangrijkste oorzaak," klinkt het bij Natuurpunt.

De merel behield zijn 8ste plaats en volgens de voorlopige cijfers ziet het ernaar uit dat hij opnieuw in iets meer tuinen aanwezig was: van 69% naar 73% van de tuinen. Of dat echt een gevolg is van een hoger aantal noordelijke merels dat we op bezoek krijgen, van een licht herstel na het usutu-virus van onze eigen broedvogels of een combinatie van de twee, is niet duidelijk.

De houtduif heeft zich de laatste 30 jaar verpopt tot een echte stedelijke soort en heeft zowat alle dorpen en steden veroverd. Ze klimt jaar na jaar hoger in de top 10: ze staat nu voor het tweede jaar op een 4de plaats. Het lijkt erop dat ze dominant is over de Turkse tortel, die vroeger in onze steden heerste. Die laatste was 10 jaar geleden nog goed voor een zesde plaats en moet het nu stellen met een 9de plaats. Zowat overal boert de Turkse tortel zichtbaar achteruit en dat blijkt ook uit andere vogeltellingen.

We zien een geleidelijke toename van grote bonte spechten, zowel in steden als op het platteland. Deze soort werd in meer dan 15% van de getelde tuinen vastgesteld, wat bijna een verdubbeling is van de verspreiding in 2019. In het eindrapport zullen we extra aandacht besteden aan de aanwezigheid en de status van spechten in onze tuinen, en zullen we de invloed van een tuinvijver op tuinvogels belichten.

Aantal vogels in onze tuinen
Er werden in onze tuinen gemiddeld 22 vogels van 7 soorten gezien, in 2023 waren dat 24 vogels van evenveel soorten. In Limburg ligt dat gemiddelde nog hoger: 26 vogels van 8 soorten. De koolmees is opgemerkt in het grootste aandeel tuinen (79%). De tijd dat de merel deze plaats jaarlijks opeiste, ligt al van 2017 achter ons. "De tellingen lopen nog volop binnen, maar met 46.164 vogeltellers, in zowel scholen als thuis, kunnen we stellen dat het vogels tellen bijzonder populair is geworden."

"De tuinvogeltelling is een momentopname die vooral zegt welke vogels op dat moment naar onze tuinen komen. Dat zegt niet altijd iets over de populatietrends van de respectievelijke soorten op nationale of Europese schaal, maar hier en daar zien we wel parallellen." Het aantal vogels dat in je tuin opduikt is onderhevig aan het weer en de beschikbaarheid van natuurlijk voedsel in de natuur, maar ook de regelmaat en de klokvastheid waarmee dat voedsel wordt aangeboden is een bepalende factor, want vogels geven prioriteit aan locaties met een gegarandeerd voedselaanbod

Foto: François Van Bauwel