Vandaag maken we een gebak met amandelen. Dit is één van de lekkerste gebakjes voor tijdens de Ramadan.

Schil de amandelen en laat ze bruinen in de oven.
Doe de amandelen in een blender en voeg er poedersuiker, stukjes Arabische gom en kaneel bij.
Mix tot een fijngemalen geheel.
Voeg er wat citroenconfituur, rozenwater en/of oranjebloesemessence bij.
Doe er een beetje gesmolten boter bij.
Meng alles tot je een mooi deeg krijgt.
Kneed de amandelvulling in dunne rolletjes.
Snijd een vel pastilladeeg in twee.
Meng een eierdooier met een beetje room of melk en smeer hiermee één kant van het pastilladeeg in om het blaadje dicht te kunnen vouwen.
Plooi één kant van het pastilladeeg om en laat een stukje vrij zodat je makkelijker kan vouwen.
Schik de amandeldeegrolletjes naast elkaar en plak ze één voor één goed aan elkaar vast, zodat je een lange rol amandeldeegvulling krijgt.
Vouw het pastilladeeg rond het amandeldeeg heen en zorg dat het er stevig rond zit.
Voeg vervolgens een beetje olie bij de overgebleven gesmolten boter.
Smeer hiermee het pastilladeeg in zodat het niet barst wanneer je het oprolt.
Rol alles stevig op tot je een soort opgerolde slang krijgt.
Knip aan het einde van de rol de overschot van het deeg af.
Plooi het uiteinde van de rol naar beneden en druk zachtjes aan.
Smeer het geheel in met eigeel, boter en olie.
Bak het geheel tot het goudbruin ziet in een voorverwarmde oven op 170 à 180 graden.
Besprenkel het gebak vervolgens met honing en strooi er amandelen op.